top of page

Wedstrijd reglement Ponyclub Galop

Om de spring- en dressuur wedstrijden zo goed en eerlijk mogelijk te laten verlopen hebben we spelregels opgesteld ten aanzien van de onderlinge wedstrijden maar ook van de clubkampioenschappen. Onderstaande regels zijn van toepassing op leden van ponyclub Galop en Ruitervereniging Galop.

 

Onderlinge wedstrijden

 

Artikel 1         Inschrijven en afmelden

  1. Het aanmelden voor de wedstrijd geschiedt via de verenigingswebsite

  2. Afmelden voor de wedstrijd kan uitsluitend bij de wedstrijdsecretaris

  3. Afmelden voor de wedstrijd dient 24 uur voor aanvang te geschieden anders worden er kosten in rekening worden gebracht.

 

Artikel 2         Betalingen

  1. Betaling geschiedt middels een tikkie voorafgaand aan de wedstrijd

  2. Contante betaling  is alleen mogelijk in afstemming met de penningmeester

  3. Deelname is alleen mogelijk na betaling, uiterlijk 24 voor aanvang van de wedstrijd

 

Artikel 3         Wedstrijdkleding

  1. Bij deelname aan de dressuurwedstrijd wordt het lid geacht verenigingskleding of een wedstrijdjasje te dragen alsook een witte/zwarte of donkerblauwe broek

  2. Voor deelname aan de springwedstrijd is lid 1 niet van toepassing

  3. Laarzen of jodphurs met chaps en een cap zijn te allen tijde verplicht

 

Artikel 4         Dressuurproeven

Gereden worden de proeven conform de KNHS kalender.

 

 

 

Artikel 5         Indeling springwedstrijden

  1. De volgende hoogte indeling wordt gehanteerd voor de springwedstrijden:

  1. Beginnerslesje

  2. 30/40 cm

  3. 50/60 cm

  4. 70/80 cm

  5. 90 cm en hoger

  1. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen deelnemers op manegepaarden of pony’s, eigen paarden of pony’s of concoursruiters

  2. Van bovenstaande rubrieken wordt afgeweken als door Eed of Maike anders wordt bepaald

  3. Voor het bepalen van de dagprijzen wordt de indeling zoals opgenomen onder lid 1 gehanteerd

 

Artikel 6         Puntentelling springwedstrijden

  • Ieder afgeworpen balk:  4 strafpunten

  • 1ste weigering:                  4 strafpunten

  • 2de weigering:                   8 strafpunten

  • 3de weigering:                   uitsluiting

  • Val van het paard/pony: uitsluiting    

  • Foutief parcours rijden:  uitsluiting

  • Het draaien van een volte voor hindernis: 4 strafpunten

 

Artikel 7         Indeling dressuurwedstrijden

  1. De volgende indeling wordt gehanteerd voor de dressuurwedstrijden

  1. Beginnerslesje

  2. Individuele beginnersklasse (BB)

  3. Individuele Gevorderdenklasse (B-ZZ)

  4. Concoursruiters

  1. Ten aanzien van een eerlijke verdeling en doorstroom in de groepen geldt het volgende:

  1. Aan het beginnerslesje mag maximaal 6x worden deelgenomen in 1 lopend wedstrijdjaar, aansluitend volgt deelname aan de individuele beginnersklasse of indien de deelnemer in de individuele gevorderdenklasse wilt starten

  2. Aan de individuele beginnersklasse mag maximaal 6x worden deelgenomen in 1 lopend wedstrijdjaar, aansluitend volgt deelname aan de individuele gevorderdenklasse

  1. Aan de individuele gevorderdenklasse mag onbeperkt worden deelgenomen echter gelden de volgende doorstroomregels voor een eerlijke competitie:

  1. Het rijden van een B proef is toegestaan tot max 20 winstpunten, bij het bereiken van dit aantal is men verplicht tot het doorstromen naar de L1. Bij een lager aantal winstpunten mag L1 gestart worden.

  2. Het rijden van de L1 proef is toegestaan tot max 20 winstpunten, bij het bereiken van dit aantal is men verplicht tot het doorstromen naar de L2. Bij een lager aantal winstpunten mag L2 gestart worden

  3. Het rijden van een L2 proef of hogere categorieën mag onbeperkt en geldt er geen maximaal aantal winstpunten.

  1. De leden 1 B,C t/m 3 zijn van toepassing voor leden die deelnemen op manegepaarden en pony’s alsook leden die deelnemen met eigen paarden of pony’s.  Lid 1 onder A is alleen van toepassing op leden van de ponyclub.

  2. Van bovenstaande rubrieken wordt afgeweken als door Eed of Maike anders wordt bepaald

  3. Voor het bepalen van de dagprijzen wordt de indeling zoals opgenomen onder lid 1 gehanteerd met dien verstande dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen:

  1. Manegepaarden en pony’s

  2. Eigen paarden en pony’s

  3. Concoursruiters

  1. Een wedstrijdjaar loopt van oktober tot oktober

 

Artikel 8   Indeling rubriek (ex) concoursruiters (startkaarthouders)

  1. Startkaarthouders rijden in de rubriek concoursruiters

  2. Lid 1 is eveneens van toepassing als het lid deelneemt op een manege of eigen paard of pony

  3. Indien er geen sprake meer is van een startkaart geldt de volgende overgangstermijn

A: 1 jaar na afloop voor ruiters die een B proef reden

B: 2 jaar na afloop voor ruiters die een L proef reden

C: 3 jaar na afloop voor ruiters die een M of hogere proef reden

  1. Na de overgangstermijn kan in iedere andere categorie, zoals opgenomen in artikel 7 onder C, worden deelgenomen

  2. (ex) startkaarthouders die een B of L proef hebben gereden mogen een B proef rijden

  3. (ex) startkaarthouders die een M proef of hoger hebben gereden moeten minimaal een L1 proef rijden

  4. Leden 5 en 6 zijn niet van toepassing als de overgangstermijn verstreken is.

  5. Indien er gestart wordt in een lagere rubriek dan genoemd in de leden 5 en 6 dan telt het resultaat niet mee voor de prijzen (HC)

 

Artikel 9         Wreedheid/Overbodig en publieksonvriendelijk gedrag

      1.   Iedere vorm van wrede of ruwe behandeling van paarden of pony’s is uitdrukkelijk verboden op zowel het oefen- als het losrijterrein als elders op het wedstrijdterrein.

      2.   Onder wreedheid, overbodig en/of publieksonvriendelijk gedrag wordt onder meer verstaan het buitensporig aanzetten van vermoeide paarden, het overmatig gebruik van zweep of karwats, een onaanvaardbaar scherp of slecht zittend bit, een neusriem waarbij er minder ruimte is tussen neusriem en neusbot dan 1,5cm (gemeten aan de bovenzijde midden op de neus), het overmatig gebruik, misbruik of voortdurend gebruik van sporen, het gebruik van elektrische apparaten, het ‘barreren’ van het paard, het overgevoelig maken van elk gedeelte van het paard, onder andere door het toepassen van scherpe zalf en dergelijke, het onjuist toepassen van methoden en/of hulpmiddelen alsmede alle handelingen.

    3.     Wanneer een paard of pony op een wedstrijd vers bloed op de flanken, in de mond, uit de neus of op een andere plek op het lichaam heeft moet deze worden uitgesloten. Indien na beoordeling van het bestuur van de verenigingen/ Eed/Maike of jury er sprake blijkt te zijn van een insectenbeet, hoeft er geen sprake te zijn van uitsluiting, indien het paard fit to compete is.

     4.    Wie zich schuldig maakt de wreedheden zoals opgenomen in de leden 1 t/m 3 wordt gediskwalificeerd.

 

Artikel 10       Hulpmiddelen, bitten, hulpteugels en beenbescherming

  1. Eed en Maike bepalen of en met welke hulpmiddelen, bitten, hulpteugels en beenbescherming er gereden wordt tijdens de spring- en dressuurwedstrijden

  2. Indien lid 1 niet van toepassing is en de deelnemer vrijwillig gebruik maakt van hulpmiddelen, hulpteugels of beenbescherming dan volgt er een puntenaftrek van 2 punten

  3. Het gebruik van scherpe sporen of sporen met een tandwiel zijn niet toegestaan

  4. Een zweep is vanaf een M1 proef niet meer toegestaan

 

Clubkampioenschappen

 

Artikel 11       Rubrieken

Voor de clubkampioenschappen wordt dezelfde indeling gehanteerd zoals opgenomen in artikel 6 lid 1 als artikel 7 lid 1.

 

Artikel 12       Puntentelling

  1. Ponyclubleden en leden van de ruitervereniging ontvangen voor ieder deelgenomen wedstrijd plaatsingspunten die meetellen voor de clubkampioenschappen.

  • 1ste plaats: 1 punt

  • 2de plaats: 2 punten

  • 10de plaats: 10 punten etc.

  • Geen deelname: 100 punten

  1. Clubkampioen wordt diegene met de minste punten in zijn of haar rubriek

  2. Punten worden alleen toegekend aan de leden van de ponyclub en ruitervereniging

  3. De resultaten van de 3 beste dressuur- of springwedstrijden tellen mee voor de clubkampioenschappen

 

Artikel 13       Ex aeqo

Indien 2 leden op de 1ste plek geëindigd zijn dan kampen deze ruiters af d.m.v. van het springen van een nieuw barrageparcours of het rijden van een dressuurproef.

 

 

 

Artikel 14       Wisselbeker clubkampioenen

  1. De ontvangen beker krijgt de clubkampioen in bruikleen

  2. Indien 3x clubkampioen dan mag de winnaar de beker behouden

  3. Clubkampioenen worden geacht 4 weken voor de volgende clubkampioenschappen de wisselbeker in te leveren

  4. Bij het niet inleveren van wisselbeker worden de kosten voor de aanschaf van een nieuwe beker aan de betreffende ruiter gefactureerd.

 

Artikel 15       Slotbepaling

In alle gevallen waarin het wedstrijdreglement niet voorziet en/of elk geschil omtrent verklaring of toepassing van dit reglement, beslist het bestuur van ponyclub of ruitervereniging Galop in overleg met Eed en Maike met in achtneming van de bepalingen van de KNHS of de statuten

bottom of page